Skip to content
De recycling van EOL-voertuigen
Hoe recyclebaar is de waterstofauto?
Waterstofauto’s met brandstofcel beloven de ultieme vorm van schone mobiliteit. Uit waterstof (H2) en zuurstof (O) maken ze stroom, die de elektromotor aandrijft. Zuiver water […]
Brandstofcel_header-1920x1054-1

Waterstofauto’s met brandstofcel beloven de ultieme vorm van schone mobiliteit. Uit waterstof (H2) en zuurstof (O) maken ze stroom, die de elektromotor aandrijft. Zuiver water (H2O) is de enige emissie die bij dit proces overblijft. Met de Mirai brengt het Japanse Toyota die techniek sinds 2016 op de Nederlandse markt. Begin 2021 komt de tweede generatie van de Mirai naar ons land. Daarmee rijst ook de vraag: hoe zit het met demontage en recycling?

Fotografie Toyota

Nu mondjesmaat ook in Nederland de eerste Mirai’s op de weg komen, is het een kwestie van aftellen tot de eerste Fuel Cell Electric Vehicles (FCEV’s) total-loss bij demontagebedrijven belanden. Wat is bij een brandstofcelauto in zo’n situatie anders dan bij andere auto’s en hoe moet je dat dan in vredesnaam aanpakken?

Drie bijzondere componenten

Toyota werkte bij de introductie van de Mirai nauw samen met ARN om de recycling van EOL-voertuigen voor te bereiden. “De Mirai is in de kern een standaard Toyota Hybrid Electric voertuig”, reageert de Japanse autofabrikant, “met de inmiddels bekende batterijtechniek en -materialen.” In de kern zijn er bij de brandstofceluitvoering vanuit het oogpunt van demontage en recycling maar drie dingen écht anders: “De H2-hogedruktank en de hogedrukleidingen, de brandstofcel zelf plus een DC/DC-converter, die de relatieve lage spanning van de brandstofcel omzet naar de benodigde hoge spanning voor de aandrijving. Die drie elementen vervangen het brandstofsysteem zoals we dat kennen in conventionele hybride auto’s met interne verbrandingsmotor.”

Page image

Speciale aandacht

Het eerste wat bij de Mirai speciale aandacht vraagt bij het ontmantelen is het leegmaken van de brandstoftank. Belangrijk, want waterstof is zeer brandbaar en zeer vluchtig met een kookpunt van -252,9°C. Daardoor blijft het alleen vloeibaar onder extreem hoge druk: minstens 700 bar – bijna 100 keer hoger dan de acht bar van een conventionele LPG-installatie. Stap 1 bij demontage is dus het drukloos maken van de brandstoftank voordat de feitelijke ontmanteling kan beginnen. Hiervoor heeft Toyota speciale gereedschappen en trainingen ontwikkeld.

Veel platina

De recycling van de brandstofcel zelf is het volgende grote punt bij toekomstige demontage van de Mirai en andere waterstofauto’s met Proton-Exchange Membrane (PEM) fuel cell. Anders dan de H2-gevulde druktank geeft de brandstofcel zelf geen explosie- of brandgevaar; recycling daarvan is vooral belangrijk omdat hij veel platina bevat. De anode en kathode, waarlangs de elektriciteit in de brandstofcel wordt opgewekt, zijn bekleed met dit kostbare edelmetaal – dat als nanodeeltjes is aangebracht op een frame van koolstof. De speciale DC/DC-converter van het brandstofcelsysteem van de Mirai is qua demontage en recycling vergelijkbaar met andere converters, aldus Toyota. Daarnaast biedt de fabrikant directe support aan marktpartijen buiten het eigen dealernetwerk die met de demontage en recycling van de Mirai te maken krijgen.

Toyota werkte bij de introductie van de Mirai nauw samen met ARN om de recycling van EOL-voertuigen voor te bereiden

Sintering

‘Mirai-volger’ van het eerste uur is de chemicus professor Emiel Hensen van TU Eindhoven. Hij reed in 2016 bij Toyota Research in Nagoya, Japan al met een eerste versie. “Hoewel brandstofcellen geen interne bewegende delen bevatten en er dus geen mechanische slijtage optreedt, verliezen ze na verloop van tijd toch een deel van hun effectiviteit. Vergelijk het met katalysatoren: ook daar wordt het proces op den duur minder rendabel.” Zo werkt dat ook met de brandstofcel, weet Hensen: “Daarbij treedt zogeheten sintering op: de werkzame deeltjes op de kathode en anode gaan langzaam samenklonteren, waardoor ze een kleiner oppervlak hebben en capaciteit verliezen. Daarnaast kunnen er ook vervuilingen adsorberen op de nanodeeltjes die de werking verminderen.”

Platina terugwinnen

Oude brandstofcellen hergebruiken of refurbishen kan daardoor niet zomaar. Hensen: “Je moet die materialen zo goed mogelijk terugwinnen om nieuwe te kunnen maken. Heel moeilijk is dat niet: een brandstofcel bestaat voor veruit het grootste gedeelte uit metaal- en plasticmaterialen die zonder veel problemen kunnen worden gerecycled, vergelijkbaar met andere auto-onderdelen. Speciaal is het platina in PEM-brandstofcellen. Over de hoeveelheid die daarin zit, geven fabrikanten zelf geen cijfers, maar vanwege de kosten én vanwege hergebruik van grondstoffen is het belangrijk om dat terug te winnen.”

Recycling-infrastructuur

Brandstofcelproducenten en recyclingbedrijven werken daar hard aan, weet Hensen. “Zij ontwikkelen procedés waarmee ze al zo’n 95% van het platina kunnen terugwinnen.” Dat is specialistisch werk, weet de TU/e-professor, maar de kosten vallen mee: “Het is volgens mij eenvoudiger en voordeliger dan het recyclen van de huidige generatie e-car batterijen. Ik verwacht dat daarvoor een vergelijkbare infrastructuur zal ontstaan als voor autouitlaatgaskatalysatoren met edelmetalen, zoals platina, rhodium en palladium. Zo gaat ongeveer 80% van de wereldproductie van rhodium naar deze katalysatoren. Hier is inmiddels een betaalbaar terugwinningssysteem voor. Dat gaat hier ook voor ontstaan.”

Goed hergebruik maakt rijden op waterstof met een brandstofcel na EV-rijden de meest CO2-gunstige aandrijving

EV’s en FCEV’s meest gunstig

Goed hergebruik maakt rijden op waterstof met een brandstofcel na EV-rijden de meest CO2-gunstige aandrijving. Dat concludeerde de Vlaamse zender VRT in een uitgebreid onderzoek naar de milieu-impact van de verschillende soorten aandrijving. Daarin namen ze naast het energieverbruik ook de CO2-productie mee in de bouw van het voertuig plus de opwekking van de energie én het verbruik. Volgens de Vlaamse onderzoekers scoren EV’s en FCEV’s in de productiefase slechter dan conventionele brandstofvoertuigen. Dit komt door hun batterijen en brandstofcel, maar dit maken ze ruimschoots goed in de opwekking van de energie waarop ze rijden en de totale uitstoot van alle fasen in de levensduur bij elkaar.

Waterstofgas via aardgasnetwerk

Staan daarmee dus alle seinen op groen voor de doorbraak van rijden op waterstof? Het lijkt er steeds meer op. Op de eerste Nationale Waterstofdag, afgelopen februari in Lelystad, benadrukten president-directeur Marjan van Loon van Shell Nederland en de Delftse hoogleraar Ad van Wijk de enorme kansen voor de uitrol van waterstof in ons land. Ze wezen met name op het aanwezige aardgasnet van 42.000 kilometer dat in de toekomst waterstofgas zou kunnen vervoeren en op de ontwikkelingen in Japan, waar inmiddels al zo’n 500.000 waterstofinstallaties voor huishoudens zijn verkocht. “Voor de grootschalige productie van waterstof hebben we wel veel meer groene stroom nodig”, benadrukte Van Loon in het Dagblad van het Noorden. “Vooral van meer windenergie op zee: daar moeten we sneller grotere windparken aanleggen.” Ze denkt dat elektrisch rijden en rijden op waterstof in de toekomst naast elkaar zullen bestaan. “Voor korte ritten in de stad is elektrisch handig, voor langere ritten op het platteland is de grotere actieradius van waterstof een oplossing.”

Cum voluptas volupta simagname disimusandi dolupti re perepedit, tet lanis volupta tureperit audamet odi doluptat.
Obit eost, estione sunda sin ratios remolectore num suntempore, sus consequi re post quibusci ilia nest ius et pa dolorepudit odio beribus et am audi cullaborenda solupti umquatem entia pa aut quatestiis ererfersperi.

Elke auto staat in een eigen, genummerd vak. Alle auto’s ‘zweven’ 40 centimeter boven de grond. De carrosserie staat stevig op blokken, zodat het voertuig niet wankelt als er aan wordt gesleuteld. Tussen de auto’s zit anderhalve meter ruimte. De auto’s staan per merk bij elkaar. “Het is heel overzichtelijk en goed georganiseerd”, zegt een klant die een motorblok uit een Ford takelt. Hij kijkt tevreden naar het resultaat van de werkzaamheden die hij in het afgelopen uur heeft verricht. “Ik ben er trots op dat het me is gelukt.” Zelfwaardering is een van de verrassende neveneffecten van self service. Mensen slaan een bedrijf hoger aan dat hen de mogelijkheid biedt om zelf een bijdrage te leveren. Uit Brits onderzoek is gebleken dat klanten zelfs bereid zijn om meer te betalen voor producten die ze in elkaar moeten zetten of uit elkaar moeten halen.

Gemiddeld drie maanden
Een auto blijft gemiddeld drie maanden staan. Wat ervan verkocht wordt, wordt ervan verkocht. Daarna wordt ie gewisseld. “Als er veel van een model is afgehaald en we krijgen een nieuw exemplaar waar alles nog op en aan zit, dan wisselen we meteen”, zegt Traas. “Een auto hoeft niet per se het maximale op te brengen.” De meeste auto’s op Venyard zijn tien jaar of ouder. Sommige types zijn jonger. Die vinden gretig aftrek, net als zeldzame auto’s en modellen uit het Youngtimer-segment. “We meten exact wat mensen zoeken”, aldus Traas. “Zo kunnen we bijsturen en bepalen welke auto’s we er graag bij hebben.”

Wat is uw mening? Doe doe poll en maak kans op een Airpaq.

“Je schroeft eraf wat je nodig hebt, legt het in de winkelwagen en rekent af. Doet het onderdeel het niet dan breng je het terug en zoek je een nieuwe uit.” Bezoekers kunnen gereedschap aan de balie huren. De borg krijgen ze terug wanneer ze de tools weer inleveren. “We maken de drempel zo laag mogelijk om zelf onderdelen van auto’s te halen. In principe kan iedereen hier terecht die een schroevendraaier in zijn hand kan houden.”

Martijn Traas,
Financieel Directeur van Van der Ven Auto’s

“We maken de drempel zo laag mogelijk om zelf onderdelen van auto’s te halen”

Axim re aut elis derit laborestin conesti undandi dende perro veles sequos pe rerum qui reptatus dolo volorporiore con parcimagnis et molest erovidit diciur? Quid quam, offic tem aut quamus intur? Ut quostia quam faccabore dolupta volor repedis ea dollita aborestium enimil illum as ut eatecullest aut am, od quo consequi beatia nestionsecea nonsedi deruptae solo molupta net acius, am quis everume qui nonsequi oditias eveni corum excerum harum quas eaque ressit aut volorio nsequae nonsequi temoloritaes videbis eostem re, custiant. Ficiunt. Uga. Cum dele nimet harchiciae nectorero inus. Omnienda volorest aut lab ipid mosa.

Opgeruimde aanblik

De klanten zijn divers. Er komen professionele monteurs, doe-het-zelvers, autoliefhebbers, onder wie opvallend veel vrouwen, die of zelf sleutelen of hun partner ondersteunen. De sfeer op de yard en de opgeruimde aanblik werken uitnodigend, bevestigt een jonge vrouw die met haar vader op pad is. “We willen dat het netjes blijft. Daar stoppen we veel energie in”, zegt Wim van der Ven, die de operationele processen binnen de onderneming managet. De vloeistoffen en batterijen zijn uit de auto’s gehaald en als je iets eraf haalt waar mogelijk nog vloeistof inzit, krijg je lekbak mee om het op te vangen. Dit concept is niet meer te vergelijken met die sloperijen waar wrakken driehoog in een weiland lagen.”

Dankzij het asfalt is het nergens drassig en de verlichting zorgt ervoor dat klanten ook in het donker kunnen sleutelen. Na 90 reviews scoort Venyard 4,8 sterren op Google. “Mensen worden er blij van. Laatst was er een makelaar op zoek naar een stoel voor haar 20 jaar oude Fiesta”, vertelt Van der Ven “Ze had online gezien dat we er een hadden staan in precies dezelfde kleur als de hare. De stoel kostte 25 euro. Ze heeft een garagehouder gecharterd om de stoel er hier uit te halen en er bij haar auto weer in te zetten. Het kostte haar 75 euro en ze was zo blij dat ze het aan iedereen vertelt die het horen wil. Een betere ambassadeur kan je je niet wensen. Zo’n vrouw zag je vroeger nooit op ons terrein. Met Venyard boren we echt een nieuw publiek aan.”

Deel dit bericht op je kanalen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte gehouden worden?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.