Skip to content
De norm voorbij
Alle landen die zijn aangesloten bij de Europese Unie zijn sinds 1 januari 2015 verplicht 95 procent van het gewicht van een afgedankte auto te recyclen.
IMG_0779a_preview-1

Alle landen die zijn aangesloten bij de Europese Unie zijn sinds 1 januari 2015 verplicht 95 procent van het gewicht van een afgedankte auto te recyclen. Het gaat daarbij om minimaal 85 procent materiaalhergebruik, aangevuld tot ten minste 95 procent dat behaald mag worden met nuttige toepassing, bijvoorbeeld door energieterugwinning via verbranding. Nederland presteert al sinds 2013 ruimt boven deze eisen. Met dank aan ARN

Tekst ARN Redactie

“Zonder nascheiding van het shredderafval zoals wij dat in onze PST-fabriek doen, voldoet Nederland niet aan de Europese verplichtingen voor autorecycling”, zegt directeur Hans van de Greef van ARN Recycling. “Dat komt omdat na het demonteren en shredden van een autowrak ongeveer 20 procent van het gewicht overblijft als shredderafval. Als dat wordt verbrand of gestort, is het onmogelijk om 85 procent materiaalhergebruik van een autowrak te bereiken.”

“Zonder nascheiding van het shredderafval zoals wij dat in onze PST-fabriek doen, voldoet Nederland niet aan de Europese verplichtingen voor autorecycling”.

“We hebben met z’n allen in de afgelopen jaren een enorm leerproces doorgemaakt”, vertelt Van de Greef. “Met vallen en opstaan en opnieuw proberen, zijn we erin geslaagd de productielijn op poten te krijgen. Je moet niet vergeten dat in de fabriek zo’n 170 verschillende units tegelijk aan het werk zijn en dat ze op elkaar afgestemd moeten zijn. Er gaan ontzettend veel uren in zitten om voor alle units de juiste instellingen te vinden, zodat de gehele productie in een vloeiende lijn gaat”, stelt Van de Greef. “Complicerende factor hierbij is dat de 11 materiaalstromen die we van shredderbedrijven aangeleverd krijgen, allemaal een andere samenstelling hebben.” 

Hoogwaardige eindproducten 

De doorgevoerde optimalisaties hebben een gunstige impact op het milieu. “Door een stabielere productie kunnen we per jaar een grotere hoeveelheid shredderafval verwerken”, vertelt Van de Greef. “Dat levert meer nuttige eindproducten op en tegelijkertijd wordt minder shredderafval verbrand of gestort.” De installaties voor de terugwinning van metalen, en voor de verwijdering van hout en rubber uit de kunststoffracties, zorgen ervoor dat een aanzienlijk betere scheiding van materialen plaatsvindt. “Daardoor kunnen we schonere eindproducten produceren met een hoogwaardigere kwaliteit, zodat ze als grondstof kunnen dienen voor nieuwe producten. Het teruggewonnen koper gaat bijvoorbeeld direct naar kopersmelterijen en een van de kunststoffracties dient als grondstof voor de automobielindustrie.” De schonere eindproducten met een hogere eindwaarde hebben een positieve invloed op de economische rentabiliteit van de PST-fabriek.  

Kostenbesparing  

De technische aanpassingen van de productielijn hebben geleid tot een aanzienlijke kostenbesparing. Van de Greef: “Er is minder onderhoud aan de productielijn nodig. We zijn bovendien overgegaan op meer korte onderhoudstops die we vooraf plannen. Daardoor wordt de productiecapaciteit beter benut voor de feitelijke verwerking van het shredderafval. Het resultaat is onder meer een vermindering van het energieverbruik met 26 procent per ton. We hebben van de optimalisaties onder meer ook geleerd andere materialen in te kopen die minder snel slijten en dus langer meegaan.” 

Nog niet winstgevend 

Ondanks de kostenbesparingen en de betere opbrengst voor sommige fracties wijst de praktijk uit dat de kosten van verwerking van shredderafval per saldo nog altijd fors hoger zijn dan de opbrengsten. “Het is vooral de afzet van de vezelfractie naar de cementindustrie en de afvalverbranders die kostbaar is. We hebben verschillende projecten lopen die uiteindelijk moeten leiden tot een afzet van vezelfracties met een positieve opbrengst. Ook de materiaalscheiding van de minerale fractie kost meer dan deze oplevert. In de komende jaren willen we de productielijn nog verder optimaliseren. Een van de voorgenomen projecten is gericht op het nog verder scheiden van de kunststoffen. Ook blijven we voortdurend op zoek naar nieuwe afzetkanalen voor de eindfracties.” 

Van verbranding naar hergebruik 

Als grote uitdaging voor de komende jaren ziet Van de Greef het in balans brengen van de invoer – het shredderafval – met de uitvoer, de eindproducten. “We moeten de productielijn verder optimaliseren om de economische rentabiliteit te verbeteren. Een belangrijk aspect daarbij is het ombuigen van materiaalstromen die nu nog worden verbrand, naar hergebruik van die materialen. Dat kan alleen door die materialen schoner te maken, zodat ze meer waarde krijgen en meer opbrengen. Waar het de komende jaren om draait, is de kosten van de afzet van de eindfracties te verlagen.”  

Europese showcase 

De PST-fabriek met haar unieke scheidingsinstallatie dient in Europa als demonstratie voor het hoogwaardig recyclen van shredderafval. Van de Greef: “De PST-installatie levert Europese landen, overheden en industrieën het bewijs dat er voor het storten of verbranden van shredderafval een alternatief beschikbaar is, met een toegevoegde waarde. Wij delen onze kennis en ervaring actief met anderen, onder meer door elk jaar grote aantallen bezoekers rond te leiden langs onze productielijn.” 

“De productielijn als geheel met het specifieke doel de 95 procent-recyclingdoelstelling te behalen is een unieke installatie.”

“We hebben met z’n allen in de afgelopen jaren een enorm leerproces doorgemaakt”, vertelt Van de Greef. “Met vallen en opstaan en opnieuw proberen, zijn we erin geslaagd de productielijn op poten te krijgen. Je moet niet vergeten dat in de fabriek zo’n 170 verschillende units tegelijk aan het werk zijn en dat ze op elkaar afgestemd moeten zijn. Er gaan ontzettend veel uren in zitten om voor alle units de juiste instellingen te vinden, zodat de gehele productie in een vloeiende lijn gaat”, stelt Van de Greef. “Complicerende factor hierbij is dat de 11 materiaalstromen die we van shredderbedrijven aangeleverd krijgen, allemaal een andere samenstelling hebben.” 

Hoogwaardige eindproducten 

De doorgevoerde optimalisaties hebben een gunstige impact op het milieu. “Door een stabielere productie kunnen we per jaar een grotere hoeveelheid shredderafval verwerken”, vertelt Van de Greef. “Dat levert meer nuttige eindproducten op en tegelijkertijd wordt minder shredderafval verbrand of gestort.” De installaties voor de terugwinning van metalen, en voor de verwijdering van hout en rubber uit de kunststoffracties, zorgen ervoor dat een aanzienlijk betere scheiding van materialen plaatsvindt. “Daardoor kunnen we schonere eindproducten produceren met een hoogwaardigere kwaliteit, zodat ze als grondstof kunnen dienen voor nieuwe producten. Het teruggewonnen koper gaat bijvoorbeeld direct naar kopersmelterijen en een van de kunststoffracties dient als grondstof voor de automobielindustrie.” De schonere eindproducten met een hogere eindwaarde hebben een positieve invloed op de economische rentabiliteit van de PST-fabriek.  

Kostenbesparing  

De technische aanpassingen van de productielijn hebben geleid tot een aanzienlijke kostenbesparing. Van de Greef: “Er is minder onderhoud aan de productielijn nodig. We zijn bovendien overgegaan op meer korte onderhoudstops die we vooraf plannen. Daardoor wordt de productiecapaciteit beter benut voor de feitelijke verwerking van het shredderafval. Het resultaat is onder meer een vermindering van het energieverbruik met 26 procent per ton. We hebben van de optimalisaties onder meer ook geleerd andere materialen in te kopen die minder snel slijten en dus langer meegaan.” 

Nog niet winstgevend 

Ondanks de kostenbesparingen en de betere opbrengst voor sommige fracties wijst de praktijk uit dat de kosten van verwerking van shredderafval per saldo nog altijd fors hoger zijn dan de opbrengsten. “Het is vooral de afzet van de vezelfractie naar de cementindustrie en de afvalverbranders die kostbaar is. We hebben verschillende projecten lopen die uiteindelijk moeten leiden tot een afzet van vezelfracties met een positieve opbrengst. Ook de materiaalscheiding van de minerale fractie kost meer dan deze oplevert. In de komende jaren willen we de productielijn nog verder optimaliseren. Een van de voorgenomen projecten is gericht op het nog verder scheiden van de kunststoffen. Ook blijven we voortdurend op zoek naar nieuwe afzetkanalen voor de eindfracties.” 

Van verbranding naar hergebruik 

Als grote uitdaging voor de komende jaren ziet Van de Greef het in balans brengen van de invoer – het shredderafval – met de uitvoer, de eindproducten. “We moeten de productielijn verder optimaliseren om de economische rentabiliteit te verbeteren. Een belangrijk aspect daarbij is het ombuigen van materiaalstromen die nu nog worden verbrand, naar hergebruik van die materialen. Dat kan alleen door die materialen schoner te maken, zodat ze meer waarde krijgen en meer opbrengen. Waar het de komende jaren om draait, is de kosten van de afzet van de eindfracties te verlagen.”  

Europese showcase 

De PST-fabriek met haar unieke scheidingsinstallatie dient in Europa als demonstratie voor het hoogwaardig recyclen van shredderafval. Van de Greef: “De PST-installatie levert Europese landen, overheden en industrieën het bewijs dat er voor het storten of verbranden van shredderafval een alternatief beschikbaar is, met een toegevoegde waarde. Wij delen onze kennis en ervaring actief met anderen, onder meer door elk jaar grote aantallen bezoekers rond te leiden langs onze productielijn.” 

Deel dit bericht op je kanalen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte gehouden worden?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.